De lente zet zich wispelturig in. Niet alleen het weer valt niet helemaal te vertrouwen, ook de berichtgeving in de kranten leek soms wat stuurloos. Zo meen ik me vaag te herinneren dat ik ergens in de gazet las dat we niet meer zouden geïnteresseerd zijn in samenwerkingen rond het openluchtzwembad.
Niets is minder waar natuurlijk. We blijven geduldig wachten op concrete voorstellen van het stadsbestuur. In die ongeveer twee jaar dat de abdijkaaimannen aan de kar trekken is het enige concrete dat we na veel aandringen mochten ontvangen een pdf-bestand met 9 lijntjes tekst. Een “simulatie” op basis van 2013. We wachten ook nog steeds op een reactie op ons uitgebreide voorstel van juni vorig jaar. Onze eerste voorstellen rond bezetting, exploitatie, alternatieve verwarming en inzetten van sociale economie wachten wellicht nog op een eerste lezing. Alle inzet van de abdijkaaimannen ten spijt. Een nieuw overlegmoment lijkt dus nog niet meteen aan de orde.
Niet dat we stilzitten natuurlijk. Dat is niet meteen onze stijl. Met rustige vastheid werd in de achtergrond verder gewerkt aan toekomstplannen voor het bad. Eén van de pistes die het meest concrete mogelijkheden lijkt te bieden is het inzetten op de lokale diensteneconomie. Een eerste draft voor een aanvraag tot herkenning werd klaargemaakt om in te dienen bij het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie. We zaten ook al samen met het kabinet van de schepen voor sociale zaken Philippe De Coene en bieden hen binnenkort een uitgewerkt voorstel aan.
Het lijkt verder me goed om ook dit jaar wat frisse activiteiten/acties op poten te zetten om het open zwembad Kortrijk op de (politieke) agenda te houden en de de inwoners van de regio er aan te herinneren over wat prachtig bad ze kunnen beschikken. Je hoort er binnenkort meer over.